'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
Vraag: Flensplaten en lijfplaten van THQ-liggers (beter bekend als hoedliggers) worden nagenoeg altijd verbonden met enkelzijdige hoeklassen. Volgens art. 4.12 van NEN-EN 1993-1-8 mogen enkelzijdige hoeklassen, waarbij een trekkracht wordt overgedragen loodrecht op de lengte-as van de las (en waardoor trek ontstaat bij de laswortel) alleen worden toegepast indien de excentriciteit in rekening wordt gebracht. Voor buisprofielen wordt een uitzondering gemaakt en hoeft de excentriciteit niet in rekening te worden gebracht. Geldt deze uitzondering ook voor de hoeklassen van THQ-liggers? Antwoord: Nee. Deze uitzondering geldt niet voor THQ-liggers. De excentriciteit tussen het hart van de keeldoorsnede en het hart van de lijfplaat zorgt voor een moment om de lengte-as van de las. De spanning ten gevolge van dit moment moet worden gesuperponeerd op de spanning in de las die ontstaat als er geen excentriciteit optreedt. Deze extra spanning zal echter niet leiden tot veel zwaardere lassen, maar het effect kan niet worden verwaarloosd. Het bijgevoegde rekenvoorbeeld maakt duidelijk dat het niet in rekening brengen van de excentriciteit leidt tot een onderschrijding van de rekenwaarde van de lasspanning.
Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 235 (oktober 2013). Relevante normen: |