Vraag:
Voor de stapeling van stalen kolommen is het noodzakelijk om een kolomstuik te maken. De kolomstuik wordt uitgevoerd met stalen, verticale strippen aan de binnenzijde van de flenzen. Voor een vlakke aansluiting van de gevel aan de kolom wordt gebruik gemaakt van bouten met een verzonken kop. Moet er bij de toetsing van de bouten rekening mee worden gehouden dat het schuine afschuifvlak van het gat en de bout een extra moment in de bout geeft?
Antwoord:
Bouten met een verzonken kop hebben dezelfde bezwijkvorm als normale, niet verzonken bouten. Er zal dus ook geen extra moment ontstaan. Wel moet zowel de trekweerstand als de stuikweerstand worden gereduceerd, omdat de boutkop in het plaatmateriaal is ingelaten. De rekenwaarden voor de boutweerstand staan in tabel 3.4 van NEN-EN 1993-1-8. Voor de trekweerstand geldt k2 = 0,63 en voor normale bouten 0,9, een reductie van 30%. Voor de stuikweerstand van een verzonken bout moet de plaatdikte worden gereduceerd met de helft van het verzonken deel (dvzk). De afmeting van het verzonken gat moet voldoen aan NEN-EN 1090-2. Meer informatie staat in het boek Verbinden. Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 233 (juni 2013).
Relevante normen:
NEN 6772
NEN 6772 (Technische Grondslagen voor Bouwconstructies. TGB 1990. Staalconstructies. Verbindingen), 2000 A1, 2001.
Sluiten
NEN-EN 1993-1-8
NEN-EN 1993-1-8 (Eurocode 3. Ontwerp en berekening van staalconstructies. Deel 1-8. Ontwerp en berekening van verbindingen), 2006 C1, 2006 C2, 2009 NB, 2011.
Sluiten
Publicaties Bouwen met Staal:
Verbinden (Eurocode 3)
J.W.B. Stark, Verbinden. Kenmerken van verbindingen in staalconstructies en het berekenen van mechanische verbindingsmiddelen en lassen volgens Eurocode 3, Bouwen met Staal, Zoetermeer 2012, ISBN 978-90-72830-89-0, formaat 23x25 cm, 208 p.
Bestellen Sluiten
|