Vraag:
Tijdens het rekenen aan een oude constructie stuitte ik op een onbekend profiel, namelijk een INP 10. Wat is dit voor profiel, hoe kom ik aan profielgegevens en hoe bepaal ik de sterkte van het staal?
Antwoord:
In het boek Gewalste profielen voor staalconstructies zijn tabellen met gegevens te vinden van niet meer gangbare profielen.
I-profielen met smalle, hellende binnenflenzen (14%) zijn omstreeks 1880 in Duitsland genormaliseerd en aangeduid als INP; I is het profielteken en NP staat voor 'Normal profil'. Het kan voorkomen dat op oude tekeningen alleen de letters 'NP' worden weergegeven waar 'INP' bedoeld wordt, misschien omdat destijds het aantal profielsoorten beperkter was en de keus voor een I-profiel voor de hand lag.
In het artikel Slaan, trekken en vloeien; IJzer- en staalsoorten 1840-1940 volgt dat de minimum breeksterkte voor vloeiijzer voor algemene doeleinden 36 kg/mm2 (= 360 N/mm2) moest bedragen. De destijds gebruikte staalsoorten zijn ten aanzien van de treksterkte dus vergelijkbaar met het huidige S235. Voor de vloeigrens of elasticiteitsgrens volgen hier waarden uit die liggen tussen de 200 en 240 N/mm2. Deze vraag is eerder beantwoord door de Helpdesk van Bouwen met Staal (januari 2009).
Artikelen vakblad Bouwen met Staal:
Slaan, trekken en vloeien
H.M.C.M. van Maarschalkerwaart, 'Slaan, trekken en vloeien', Bouwen met Staal 128 (1996), p. 28-35
Downloaden Sluiten
Literatuur:
Gewalste profielen voor staalconstructies
Gewalste profielen voor staalconstructies, uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 's-Gravenhage 1949.
Sluiten
|