Logo StaalSupport
Powered by Bouwen met Staal

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

 

Vraag en antwoord


Vraag:

Het bestek van een bedrijfshal schrijft stalen dakliggers HEA 200 voor in de staalsoort S235. Het staalconstructiebedrijf heeft nog een partij liggers HEA 200 op voorraad in staal S355. Mogen deze laatste profielen zonder meer worden toegepast?


Antwoord:

Nee, niet zonder meer. Meestal levert het gebruik van een hogere staalsoort in de praktijk geen probleem op, maar de constructeur moet wel aantonen dat de nieuwe situatie voldoet aan de voorschriften. Het vervangen van liggers in S235 door liggers in S355 zorgt voor een grotere draagkracht van de liggers en dat is in de meeste gevallen geen bezwaar. Er bestaan in de praktijk echter verschillende situaties waarbij toepassing van een hogere staalsoort ongunstig kan uitpakken, zoals hierna is aangegeven.

  • Toepassing in een vrieshal. Bij lage temperaturen kan de grenstoestand 'bros breken' kritisch worden. Door de hogere staalsoort daalt de representatieve waarde van de constante temperatuurdaling van Tm;rep = 80 °C (S235) naar Tm;rep = 55 °C (S355). Bij toepassing in koude ruimten moet daarom worden beoordeeld of het gekozen materiaal voldoet aan NEN 6774, dus ook wanneer uitsluitend de staalsoort wordt gewijzigd.
  • Verbindingen in statisch onbepaalde constructies. Bij gebruik van een hogere staalsoort neemt de capaciteit van de verbindingen meestal ook toe. Wanneer echter de bout- en lasverbindingen niet worden aangepast aan de hogere staalsoort, kunnen de verbindingen maatgevend worden en dat is ongewenst. Een verbinding mag immers nooit eerder bezwijken dan dat het aangrenzende moedermateriaal vloeit. Momentverbindingen in statisch onbepaalde constructie moeten bij toepassing van een hogere staalsoort daarom altijd opnieuw worden gecontroleerd en zonodig aangepast.
  • Plastische berekening. Indien voor de algemene berekening (krachtsverdeling) gebruik is gemaakt van een plastische berekening moet worden gecontroleerd of de krachtsverdeling niet wijzigt bij gebruik van een hogere staalsoort. Wanneer de krachtsverdeling wel anders wordt moeten alle staven opnieuw worden getoetst.
  • Gebruik van schietnagels. Wanneer het montagebedrijf bijvoorbeeld de dakplaten of andere constructieonderdelen aan de dakliggers wil verbinden met schietnagels moet worden nagaan of de oorspronkelijk gekozen schietnagel ook geschikt is voor de nieuwe situatie met liggers in een hogere sterkte.


Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 206 (december 2008).


Relevante normen:
Mede mogelijk gemaakt door:
  • Louis Braillelaan 80
  • 2719 EK Zoetermeer
  • Tel: +31(0)88 353 12 12