'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
Vraag: Gegeven is een dakconstructie van een hal met dakliggers, gordingen en een windverband in dwarsrichting. De gordingen dienen tevens als knik- en kipsteunen. Moeten nu zowel het windverband als de verticale bokken en de fundering worden berekend op de totale belasting ΣNkip/knik? Antwoord: In art. 12.1.4 van NEN 6770 wordt uiteengezet op welke wijze de kip- en kniksteunen elk afzonderlijk moeten worden getoetst. Deze steunen worden op hun beurt weer gesteund door het horizontale windverband, dat kan worden beschouwd als een op buiging belaste ligger op twee steunpunten. De sterkte van dit windverband moet voor dit 'belastinggeval' worden getoetst volgens NEN 6770, art. 12.1.4.1, waarbij de toelichting op dit artikel meer duidelijkheid verschaft. De onder- en bovenrand van het windverband moet dus worden berekend op een buigend moment door de horizontale drukkrachten ΣNkip/knik èn als gevolg van de verticale belasting uit het dak. NEN 6770, art. 12.1.4.2.3, geeft aan hoe de stijfheid van het windverband (= steun) moet worden bepaald, waarbij sprake is van afhankelijke steunen. Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 131 (augustus 1996). Relevante normen: Publicaties Bouwen met Staal: |