'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
![]() 'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
Vraag: Op welke wijze verloopt de doorsnedeclassificatie bij raatliggers? Antwoord: De krachtsverdeling in statisch bepaalde liggers mag worden berekend volgens de plasticiteitstheorie. De plasticiteitstheorie mag echter alleen worden toegepast, als bepaalde onderdelen van de doorsnede sterk kunnen vervormen zonder dat plooien optreedt. Hieraan wordt voldaan, wanneer de doorsnede van de liggers tot klasse 1 of klasse 2 behoort. Bepalend daarvoor is de maximale verhouding b/t voor de uitwendige flenzen volgens tabel 8 van NEN 6770. Deze maximale verhouding kan ook worden aangehouden voor het opstaande been van het T-profiel van een raatligger, hoewel NEN 6770 hier geen expliciete uitspraak over doet: Dwarskracht en normaalkracht mogen bij toepassing van de plasticiteitstheorie conform art. 11.1 van NEN 6770 zodanig over de zwakste doorsnede (T-stukken) worden verdeeld, dat het plastische moment zo min mogelijk wordt gereduceerd. Dit onder de voorwaarde dat de optredende vervormingen redelijk overeenstemmen met de aangenomen spanningsverdeling. De doorsnedecontrole moet niet alleen worden uitgevoerd ter plaatse van het maximale moment, maar ook ter plaatse van de maximale dwarskracht en op combinaties van beide. Daarnaast is controle op kip en op plooi en afschuiving van het lijf nodig. Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 115 (december 1993). Relevante normen: Publicaties Bouwen met Staal: |