'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
![]() 'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal' |
Vraag: Een silo-complex bestaat uit veertig silo’s (vier rijen met elk tien silo’s). Deze silo’s staan naast elkaar op een balkrooster dat weer op kolommen staat. Op welke windbelasting moeten de silo’s en hun ondersteuningen worden berekend? Antwoord: Voor een vrijstaande silo met een cilindervormige doorsnede geeft NEN 6702 aan met welke Ct-waarde rekening moet worden gehouden (bijlage A3, figuur A14). Deze Ct-waarde hangt af van de oppervlaktestructuur en van de waarde van het getal van Reynolds, indien het oppervlak als glad of als matig glad is te kenmerken. In alle andere gevallen geldt Ct = 1,2 (afb. 1). Fh;tot = ub•h•Ct•pw + 2•ud•h•Cf•pw+ ub•ud•Cf•pw Hierin is: Bij een opstelling van bijvoorbeeld vijf cilinders in twee richtingen zullen de silo’s in het middengebied slechts beperkt worden belast door de wind. Het maken van koppelingen tussen de silo’s is sterk aan te bevelen om op deze manier de stabiliteitsreacties over alle silo’s te verdelen en om niet voorziene lokale krachten over zoveel mogelijke elementen te kunnen verdelen (afb. 4). De reden hiervoor is dat de bovenstaande aanname voor de optredende belasting is gebaseerd op een extrapolatie van slechts één beschikbaar onderzoeksrapport. De krachtswerking die ontstaat door het koppelen van de cilinders hangt sterk af van onder meer: het aantal koppelingen, de verdeling ervan over de hoogte, de buig- en rekstijfheid van de koppelingen en de stijfheid van de ondersteuningen. Per geval moet worden bepaald wat de verdeling van de horizontale belasting over de verschillende silo’s is. Ook moet bij het ontwerp rekening worden gehouden met belastingen die tijdens het montagestadium op de gehele constructie of delen van de constructie in aanbouw kunnen optreden. Om een correct beeld van de grootte en de verdeling van de optredende windbelastingen op een dergelijk silocomplex te krijgen is het sterk aan te bevelen een windtunnelproef uit te laten voeren.
1. Ct-waarde afhankelijk van het Reynolds-getal.
2. Windverdeling rondom een vrijstaande cilindervormige doorsnede (bij Ct = 0,7).
3. Gemeten windbelastingen en meetopstelling door Ponsford (1970).
4. Effect van koppelingen tussen de silo’s op de ondersteuningsconstructie. Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 171 (april 2003). Relevante normen: Literatuur: |