Logo StaalSupport
Powered by Bouwen met Staal

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

'Uw hulp bij ontwerpen en bouwen met staal'

 

Vraag en antwoord


Vraag:

In 2001 zijn in NEN 6770 en in NEN 6771 de toetsingsregels voor kipstabiliteit gewijzigd. Wat is daarvoor de reden?


Antwoord:

Na het verschijnen van NEN 6771 bleek al vrij snel dat er interpretatieproblemen waren bij het hanteren van de toetsingsregels. Met name bij liggers met kipsteunen kwam niet duidelijk naar voren hoe de positieve invloed van deze kipsteunen in rekening werd gebracht. Met name de lengte van de ligger tussen de gaffels g en de lengte van de ligger tussen één gaffel en één kipsteun respectievelijk tussen twee kipsteunen 1 leidde tot verwarring: in de formule voor Mke ‘verdween’ de parameter 1 omdat deze zowel in de noemer als in de teller voorkwam.

Factoren C1 en C2
In een wijzigingsblad zijn al correcties gegeven van de factoren C1 en C2 voor een aantal basisgevallen. Eén basisgeval is daarbij aan de aandacht ontsnapt, namelijk die voor een ligger die aan beide einden is ingeklemd en is belast met een gelijkmatig verdeelde belasting.
De C-waarden die waren ontleend aan de literatuur zouden volgens diezelfde literatuur moeten worden betrokken op het moment in het veldmidden. Echter, in NEN 6770 en NEN 6771 is gekozen om bij de verificatie van de kipstabiliteit uit te gaan van het maximummoment dat in de ligger voorkomt. In het bedoelde basisgeval is dat het inklemmingsmoment aan de opleggingen, dat twee maal zo groot is als dat in het veldmidden. Kortom, de betreffende Cwaarden waren te conservatief (C1 zelfs tweemaal te laag).
Voor liggers belast met onder meer een combinatie van een gelijkmatig verdeelde belasting met eindmomenten of een gelijkmatig verdeelde belasting met een puntlast werden de bijbehorende factoren C1 en C2 bepaald op grond van een interpolatie tussen de factoren behorende bij de basisgevallen. Deze methode is in de jaren tachtig opgesteld op grond van literatuur, waaraan overigens alleen C1- en C2-factoren voor basisgevallen kunnen worden ontleend. Op eigen initiatief heeft ir. H.M.G.M. Steenbergen een computerprogramma geschreven waarmee het kritisch moment Mke van een willekeurig belaste ligger kan worden bepaald. Daaruit worden vervolgens de factoren C1 en C2 afgeleid.
Vergelijking van de ‘oude’ resultaten met die gebaseerd op het computerprogramma gaf aanleiding om de nieuwe resultaten te gebruiken voor de herziening van NEN 6771. In verreweg de meeste gevallen pakt de toetsing van de ‘nieuwe’ versie van NEN 6771 gunstiger uit dan met de ‘oude’ versie. Dit leidde ertoe dat de factor ςh uit NEN 6770 kan verdwijnen. Deze grootheid was destijds ingevoerd om ervoor te zorgen dat de uitkomst met NEN 6770 altijd conservatief is in vergelijking met de uitkomst met NEN 6771. Dit is met deze nieuwe ontwikkeling niet meer nodig

Toetsing van de kipstabiliteit.
Zowel bij gebruik van NEN 6770 als NEN 6771 wordt uitgegaan van:
• een ligger begrensd door gaffelopleggingen, of;
• een deel van een ligger met aan één zijde een gaffel en aan het andere einde een kipsteun, of;
• een deel van een ligger tussen twee kipsteunen.

Het effect dat een kipsteun geen rotatiesteun om de liggeras levert aan de ligger wordt in rekening gebracht met een factor waarmee de lengte van dat liggerdeel wordt vermenigvuldigd om de lengte zodoende rekenkundig te vergroten. De ligger of het liggerdeel wordt als het ware uit z’n omgeving losgesneden en wordt beschouwd als een ligger op scharnierende steunpunten. De toetsing wordt derhalve altijd uitgevoerd op de ligger tussen de gaffels of op elk van de liggerdelen tussen een gaffel en een kipsteun en in voorkomende gevallen op elk van de liggerdelen tussen twee kipsteunen. Ook als belasting moet die belasting worden aangehouden die werkt op de ligger tussen de gaffels of op elk van de liggerdelen tussen een gaffel en een kipsteun en in voorkomende gevallen op elk van de liggerdelen tussen twee kipsteunen. Als eindmomenten gelden óf de momenten die op de liggereinden werken als gevolg van de belasting óf de doorsnedemomenten die ter plaatse werken op de oorspronkelijke ligger. Het mogelijke positieve effect van het feit dat de ligger in werkelijkheid doorloopt over de steunpunten, wordt niet in rekening gebracht.

Over het onderwerp kipstabiliteit, en met name de achtergronden van de recente aanpassing van de normen, staat in Bouwen met Staal 161 (augustus 2001) een uitgebreid artikel van ir. H.M.G.M. Steenbergen en prof.ir. F.S.K. Bijlaard.


Deze vraag is eerder verschenen in de rubriek Vraag & Antwoord in Bouwen met Staal 161 (augustus 2001).


Relevante normen:
Artikelen vakblad Bouwen met Staal:
Mede mogelijk gemaakt door:
  • Louis Braillelaan 80
  • 2719 EK Zoetermeer
  • Tel: +31(0)88 353 12 12